Bij de Hanze leren studenten ontwikkelingsgericht, waarbij de ontwikkeling van de student als professional en persoon centraal
staat en waarbij we het aanbod en begeleiding aanpassen op de leerbehoefte van de student.
Ontwikkelingsgericht onderwijs is onderwijs dat gericht is op het begeleiden van het ontwikkelproces van de student tot vakbekwame professional
waarbij de docent als expert een coachende positie inneemt. Ontwikkelingsgericht onderwijs vraagt actie op de volgende onderdelen:
A. Pedagogisch didactisch handelen om een lerende cultuur te creëren;
B. Ontwikkelingsgerichte toetscultuur;
C. Aandacht voor vaardigheden van de student;
En:
D. Passende leerroutes
E. Veilig leerklimaat
F. Samenwerkend leren met echte praktijkvraagstuk
Door ontwikkelingsgericht te werken, leren we studenten eigenaarschap te nemen over hun leerproces en bewust te werken aan hun professionele ontwikkeling. Dit is noodzakelijk in een snel veranderende wereld. Ontwikkelingsgericht onderwijs bereidt studenten hierop voor door hen actief te betrekken bij hun eigen groei en hen te ondersteunen in het maken van bewuste keuzes, zodat zij toekomstbestendig en veerkrachtig hun rol in de samenleving kunnen vervullen.
Hieronder geven we per principe verder toelichting en suggesties voor het inbouwen in je curriculum.
Ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO) vraagt om een lerende cultuur: creëren van een omgeving waarin leren centraal staat en waar studenten worden aangemoedigd om risico’s te nemen en te leren van hun ervaringen. Oftewel het tonen van 'faalmoed'. Zie ook veilig leerklimaat: veiligheid om te falen. Kenmerken van een lerende cultuur zijn onder andere:
OGO richt zich op de professionele en persoonlijke groei en ontplooiing van studenten door middel van doordacht pedagogisch-didactisch handelen. Hierbij spelen verschillende concepten een rol:
Coachend begeleiden door de docent is cruciaal, daarbij biedt de docent niet alleen kennis aan, maar ondersteunt bij de ontwikkeling van denkvaardigheden, zelfreflectie en probleemoplossend vermogen. Door middel van coachend begeleiden worden studenten gestimuleerd om verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerproces. Dit is een gezamenlijk proces met een actieve rol voor de student. Volgens het concept van de zone van naaste ontwikkeling biedt de docent ondersteuning en uitdaging die net buiten de huidige vaardigheden van de student liggen, maar
binnen de reikwijdte van wat zij met begeleiding kunnen bereiken. Door leeractiviteiten af te stemmen op deze zone, kunnen studenten stap voor stap groeien en hun vaardigheden verder ontwikkelen.
Formatief handelen is een hierbij passende didactische aanpak die gericht is op het ondersteunen van het leerproces van studenten. Het draait bij formatief handelen om het voortdurend verzamelen van inzichten waar een student staat in diens leerproces. Deze inzichten worden direct ingezet om het leren bij te sturen, zowel door de docent als de student zelf. Hierdoor ontstaat een dieper begrip van de stof en zijn studenten zelfstandiger en gemotiveerder.
Formatief handelen bestaat uit drie strategieën:
1. Handelingsgericht onderzoeksproces (HOP):
In essentie draait een HOP om te handelen op basis van informatie. Om niet overweldigd te raken door alle informatie en om snel tot actie te kunnen komen doe je voorspellingen. Deze helpen om gerichte activiteiten te ontwerpen. Voor een optimaal effect controleer je aan het eind nog eens of het HOP de gewenste opbrengst heeft gehad
2. Gedeeld kwaliteitsbesef ontwikkelen
Kwaliteitsbesef is de specifieke vaardigheid om eigen werk en het werk van anderen op waarde te schatten. Door aandacht te besteden aan kwaliteitsbesef weten studenten beter waar ze naartoe werken en wanneer dit goed is. Wanneer studenten een goed beeld hebben van wat kwaliteit is, kunnen ze gerichter werken aan hun eigen ontwikkeling en verantwoordelijkheid nemen voor hun leerresultaten. Dit draagt bij aan hun zelfsturend vermogen en verhoogt de intrinsieke motivatie.
Effectief om dit te ontwikkelen is bijv. het vergelijken van voorbeelden: door hierover in gesprek te gaan, ontstaat een gedeeld kwaliteitsbesef.
3. Feedback organiseren
Regelmatige en constructieve feedback is belangrijk om studenten verder te brengen in hun ontwikkeling; feedback is daarbij gericht op het verbeteren van werk én op gedrag/handelen van de student. Het feedbackproces is zo ingericht dat de student actief op zoek gaat naar feedback en bekijkt welke acties volgen op de feedback.
Ontwikkelingsgericht toetsen (OGT) is een doorlopend proces waarin toetsing inzicht geeft in de voortgang van het leren van de student en zich vervolgens richt op het stimuleren van het leren en het kiezen van daarbij passende leeractiviteiten. De volgende principes liggen ten grondslag aan OGT:
Voor meer informatie zie de infographic OGT.
Bij OGT past een toetscultuur die gericht is op het toetsen om het leren te sturen en te stimuleren.
Tips voor feedback:
Opleidingen moeten studenten helpen om vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn voor OGO. Dit zijn onder andere:
Zo leren studenten hoe ze hun eigen leerproces kunnen plannen, monitoren en evalueren. En zijn studenten in staat om eigenaarschap te nemen.