Omschrijving kenmerk

Bij de Hanze leren studenten ontwikkelingsgericht, waarbij de ontwikkeling van de student als professional en persoon centraal
staat en waarbij we het aanbod en begeleiding aanpassen op de leerbehoefte van de student.

Wat wordt bedoeld met ontwikkelingsgericht onderwijs?

Ontwikkelingsgericht onderwijs is onderwijs dat gericht is op het begeleiden van het ontwikkelproces van de student tot vakbekwame professional
waarbij de docent als expert een coachende positie inneemt. Ontwikkelingsgericht onderwijs vraagt actie op de volgende onderdelen:
A. Pedagogisch didactisch handelen om een lerende cultuur te creëren;
B. Ontwikkelingsgerichte toetscultuur;
C. Aandacht voor vaardigheden van de student;
En:
D. Passende leerroutes
E. Veilig leerklimaat
F. Samenwerkend leren met echte praktijkvraagstuk

Waarom nu?

Door ontwikkelingsgericht te werken, leren we studenten eigenaarschap te nemen over hun leerproces en bewust te werken aan hun professionele ontwikkeling. Dit is noodzakelijk in een snel veranderende wereld. Ontwikkelingsgericht onderwijs bereidt studenten hierop voor door hen actief te betrekken bij hun eigen groei en hen te ondersteunen in het maken van bewuste keuzes, zodat zij toekomstbestendig en veerkrachtig hun rol in de samenleving kunnen vervullen.

Citaat

'Je maakt geen fouten, maar je ontdekt manieren die niet werken.'  -  Thomas Edison

Ontwerpprincipes

 

Hieronder geven we per principe verder toelichting en suggesties voor het inbouwen in je curriculum.

A. Lerende cultuur en pedagogisch didactisch handelen

Ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO) vraagt om een lerende cultuur: creëren van een omgeving waarin leren centraal staat en waar studenten worden aangemoedigd om risico’s te nemen en te leren van hun ervaringen. Oftewel het tonen van 'faalmoed'. Zie ook veilig leerklimaat: veiligheid om te falen. Kenmerken van een lerende cultuur zijn onder andere:

  • Innovatie en experimenteren: Creativiteit wordt gestimuleerd door nieuwe ideeën en methoden uit te proberen. Successen en mislukkingen worden samen besproken en gevierd.
  • Openheid en vertrouwen: Een ontwikkelingsgerichte benadering gaat uit van wat er reeds is en onderzoekt de mogelijkheden tot groei. Studenten en docenten voelen zich veilig om te benoemen wat er speelt en acties te ondernemen op dat gebied waar de ontwikkelingskansen liggen. Vertrouwen in elkaar is essentieel. Dit vertrouwen houdt in dat studenten en docenten elkaar respecteren en waarderen en dat er open communicatie is waarin iedereen zich vrij voelt om ideeën te delen zonder angst voor negatieve gevolgen.
  • Persoonsontwikkeling: Vakbekwaamheid en persoonsvorming gaan hand in hand. De persoonlijke ontwikkeling wordt beïnvloed door de context en cultuur, niet alleen door vakinhoudelijke kennis. Zingeving en het nut van het geleerde zijn essentieel, evenals de toepassing in verschillende contexten. Het onderwijs helpt de lerende te begrijpen wat de informatie voor hen betekent en hoe ze deze kunnen gebruiken voor anderen.

OGO richt zich op de professionele en persoonlijke groei en ontplooiing van studenten door middel van doordacht pedagogisch-didactisch handelen. Hierbij spelen verschillende concepten een rol:

 

Coachend begeleiden door de docent is cruciaal, daarbij biedt de docent niet alleen kennis aan, maar ondersteunt bij de ontwikkeling van denkvaardigheden, zelfreflectie en probleemoplossend vermogen. Door middel van coachend begeleiden worden studenten gestimuleerd om verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerproces. Dit is een gezamenlijk proces met een actieve rol voor de student. Volgens het concept van de zone van naaste ontwikkeling biedt de docent ondersteuning en uitdaging die net buiten de huidige vaardigheden van de student liggen, maar
binnen de reikwijdte van wat zij met begeleiding kunnen bereiken. Door leeractiviteiten af te stemmen op deze zone, kunnen studenten stap voor  stap groeien en hun vaardigheden verder ontwikkelen.

 

Formatief handelen is een hierbij passende didactische aanpak die gericht is op het ondersteunen van het leerproces van studenten. Het draait bij formatief handelen om het voortdurend verzamelen van inzichten waar een student staat in diens leerproces. Deze inzichten worden direct ingezet om het leren bij te sturen, zowel door de docent als de student zelf. Hierdoor ontstaat een dieper begrip van de stof en zijn studenten zelfstandiger en gemotiveerder. 

Formatief handelen bestaat uit drie strategieën:

1. Handelingsgericht onderzoeksproces (HOP):

In essentie draait een HOP om te handelen op basis van informatie. Om niet overweldigd te raken door alle informatie en om snel tot actie te kunnen komen doe je voorspellingen. Deze helpen om gerichte activiteiten te ontwerpen. Voor een optimaal effect controleer je aan het eind nog eens of het HOP de gewenste opbrengst heeft gehad

2. Gedeeld kwaliteitsbesef ontwikkelen

Kwaliteitsbesef is de specifieke vaardigheid om eigen werk en het werk van anderen op waarde te schatten. Door aandacht te besteden aan kwaliteitsbesef weten studenten beter waar ze naartoe werken en wanneer dit goed is. Wanneer studenten een goed beeld hebben van wat kwaliteit is, kunnen ze gerichter werken aan hun eigen ontwikkeling en verantwoordelijkheid nemen voor hun leerresultaten. Dit draagt bij aan hun zelfsturend vermogen en verhoogt de intrinsieke motivatie.

Effectief om dit te ontwikkelen is bijv. het vergelijken van voorbeelden: door hierover in gesprek te gaan, ontstaat een gedeeld kwaliteitsbesef.

3. Feedback organiseren
Regelmatige en constructieve feedback is belangrijk om studenten verder te brengen in hun ontwikkeling; feedback is daarbij gericht op het verbeteren van werk én op gedrag/handelen van de student. Het feedbackproces is zo ingericht dat de student actief op zoek gaat naar feedback en bekijkt welke acties volgen op de feedback.

 

Denkvragen bij ontwikkelen:
- Op welke wijze wordt er aandacht besteed aan het creëren van een veilig leerklimaat?
- Worden successen en mislukkingen besproken en gevierd?
- Op welke wijze wordt er op een ontwikkelingsgerichte wijze gecoached?

B. Ontwikkelingsgerichte toetscultuur

Ontwikkelingsgericht toetsen (OGT) is een doorlopend proces waarin toetsing inzicht geeft in de voortgang van het leren van de student en zich vervolgens richt op het stimuleren van het leren en het kiezen van daarbij passende leeractiviteiten. De volgende principes liggen ten grondslag aan OGT:

  • Toetsen leveren informatie op ter bevordering van het leren
  • Feedback werkt door zowel in het curriculum als in het leren van de student
  • Eigenaarschap van de student wordt gestimuleerd
  • Er wordt continue aandacht besteed aan kwaliteitsbesef
  • Het curriculum is opgeruimd met focus met betrekking tot de inhoud en ruimte om te leren

Voor meer informatie zie de infographic OGT.

Bij OGT past een toetscultuur die gericht is op het toetsen om het leren te sturen en te stimuleren.
Tips voor feedback:

  • Goede feedback is feedback die de student aanzet tot denken;
  • Is meer werk voor de ontvanger dan voor de gever;
  • Er is een veilige landingsplek: er is ruimte voor de student om te verbeteren.

 

Denkvragen bij ontwikkelen:
- Hoe worden toetsen ingezet om het leren van de student te bevorderen?
- Hoe is het feedbackproces ingericht? En hoe zou je het feedbackproces zodanig versterken dat het de ontwikkeling van de student stimuleert?
- Hoe vindt doorwerking van feedback, voor en na het beslismoment, plaats?

C. Handelen van de student

Opleidingen moeten studenten helpen om vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn voor OGO. Dit zijn onder andere:

  • Betekenisvolle betrokkenheid: studenten moeten betrokken zijn bij activiteiten die voor hen betekenisvol zijn. Dit verhoogt de motivatie en het leerplezier en draagt bij aan inhoudelijke binding.
  • Zelfregulatie: studenten moeten in staat zijn om hun eigen leerproces te plannen, monitoren en evalueren.
  • Feedbackgeletterdheid: het vermogen om effectief om te gaan met feedback, zowel met het vragen, geven, ontvangen en verwerken. En de mate waarin een student in staat is om feedback te geven aan zichzelf (reflectie).

Zo leren studenten hoe ze hun eigen leerproces kunnen plannen, monitoren en evalueren. En zijn studenten in staat om eigenaarschap te nemen.

 

Denkvragen bij ontwikkelen:
- Hoe worden studenten gestimuleerd om betrokken en aanwezig te zijn?
- Wordt er bewust aandacht besteed aan zelfregulerende vaardigheden?
- Is er aandacht voor de feedbackgeletterdheid van zowel studenten als docenten?

[anchornavigation]