Open leermaterialen ontwikkelen

Er zijn twee scenario's voor het ontwikkelen van open leermaterialen:

Over beide scenario's vind je hier meer informatie en praktische tips. 

Zelf ontwikkelen

 

Sta je op het punt leermaterialen te ontwikkelen? 

Met het in acht nemen van een aantal stappen en door bewuste keuzes te maken kan je leermaterialen ontwikkelen die open gedeeld kan worden met docenten en studenten overal ter wereld!

Lees meer hierover in deze gids of gebruik het stappenplan hieronder.

 

 

Je gaat aan de slag zoals je gewoonlijk een leermateriaal ontwikkelt. Het materiaal dat open gepubliceerd wordt zal vaak nog bewerkingen moeten ondergaan. Hierbij spelen de volgende aspecten.

 

1. Zelfstandig te gebruiken:

Wanneer het  te publiceren materiaal deel uitmaakt van een groter geheel dat niet in zijn geheel open beschikbaar wordt gesteld moet het te publiceren materiaal zodanig worden aangepast dat het als zelfstandige eenheid te gebruiken is. Denk daarbij aan:

  • Het aanpassen van verwijzingen naar andere onderdelen. Bijvoorbeeld: “in het volgende hoofdstuk staat…”, terwijl dat volgende hoofdstuk geen deel uitmaakt van het te publiceren materiaal.
  • Het aanpassen van hyperlinks naar niet-open beschikbare sites. Het leermateriaal kan bijvoorbeeld een link bevatten naar materiaal in de elektronische leeromgeving dat alleen beschikbaar is voor de eigen studenten. Dergelijke verwijzingen moeten worden aangepast.
  • Het toevoegen van een inleiding en uitleiding, zodat het materiaal compleet is. Bij de inleiding kan bijvoorbeeld worden aangegeven welke voorkennis verwacht wordt, wat de leerdoelen zijn etc.

 

2. Docentaanwijzingen toevoegen

De bruikbaarheid van het leermateriaal wordt voor een deel bepaald door de context. Een deel van de contextinformatie is impliciet aanwezig. Zo bepaalt de plaats in een curriculum en de faculteit die het leermateriaal gebruikt bijvoorbeeld voor welke studenten in welke fase van de studie het materiaal bedoeld is. Deze impliciete contextinformatie is niet bekend wanneer het leermateriaal gevonden wordt door een derde. Het toevoegen van deze informatie helpt daarom het hergebruik te bevorderen.

Denk bijvoorbeeld aan:

  • Wanneer: beschrijf de plaats in het curriculum waarvoor het materiaal is geschreven.
  • Voor wie: beschrijf de kenmerken van de doelgroep voor wie het materiaal bedoeld is (zoals verwachte voorkennis bij de student).
  • Visie: bescrhijf vanuit welke onderwijsvisie en didactische opvatting het materiaal is geschreven.
  • Onderwerpen: beschrijf welke onderwerpen aan bod komen. Wanneer voor het betreffende vakgebied een ontologie bestaat, is het advies de terminologie uit die ontologie te gebruiken.
  • Leeractiviteiten: beschrijf welke leeractiviteiten van de lerende worden verwacht (groepswerk, individueel leren, peer feedback,...).
  • Rol docent: beschrijf welke rol de docent heeft (is het materiaal docentgericht of is de docent een coach of tutor?).
  • Tijd: beschrijf welke studiebelasting het bestuderen van het materiaal heeft.
  • Toetsing: beschrijf van welke toetsingsvorm bij dit materiaal wordt uitgegaan.

 

3. Nagaan rechtenkwesties

Inventariseer de potentiële elementen in het materiaal waar mogelijk rechten van derden op berusten. Om het materiaal onder een open licentie te kunnen publiceren moet je toestemming hebben van de rechthebbenden van deze elementen. Denk daarbij aan afbeeldingen, video’s, audiomateriaal, tekstovernames. Deze inventarisatie is input voor stap Auteursrechten.

 

4. Testen

Met name wanneer het materiaal interactieve elementen bevat (dus meer is dan alleen tekst) zal de aangepaste versie getest moeten worden in de omgeving waar het open gepubliceerd wordt.

 

Om leermateriaal beeldend en interessant voor studenten te maken, kun je gebruikmaken van teksten, afbeeldingen en soms ook video’s of casussen. Deze vind je vaak op internet of in studieboeken.

 

Semi-open leermaterialen

Gebruik jij meestal afbeeldingen en/of teksten uit studieboeken om je leermaterialen samen te stellen?
Dat doen veel docenten, vooral vanwege de hoge kwaliteit van deze bronnen. Let op: deze materialen zijn beschermd door het auteursrecht en mogen alleen gebruikt worden volgens de voorwaarden van de Easy Access-regeling.
 

Belangrijk om te weten:

  • Leermaterialen die content van uitgevers bevatten, mag je binnen je eigen instelling delen met studenten en eventueel collega-docenten.
  • Dit soort materialen noemen we semi-open leermaterialen.
  • Om leermaterialen met copyrighted content open te publiceren heb je explicite toestemming van de rechthebbende(n) nodig.

 

 

Open leermaterialen 

Wil je leermaterialen open delen met anderen? Dan moet je content gebruiken die hergebruik toestaat. Hoe doe je dat?

  1. Gebruik voor het ontwikkelen van open leermateriaal:

    • Eigen originele content (teksten en/of afbeeldingen)
    • Materialen met een open licentie (bijvoorbeeld Creative Commons)
    • Materialen uit het Publieke Domein (PD)
       
  2. Controleer altijd de licentie van de bron en gebruik deze volgens de voorwaarden.

  3. Vermeld duidelijk de bron bij alle gebruikte materialen.

 

Zorg dat het materiaal dat je deelt makkelijk te gebruiken is door anderen, let hierbij op de volgende punten: 

  • Makkelijk aan te passen: in bestaandsformaat dat zich makkelijk laat bewerken/aanpassen, bijv. Word-document i.p.v. PDF-bestand;
  • Toegankelijkheid: gemaakt in een populair programma, software of systeem, gemakkelijk te navigeren interface/layout; 
  • Downloaden of linken? Bestand dat kan gedownload worden kan makkelijker bewerkt worden, linken kan je bijv. naar een video
  • Inclusief: gebruik de juiste kleuren voor beter leesbaarheid, ondertitels, transcript, etc.

TIPS

  • Zet meerdere formaten van hetzelfde bestand in een zip-file en upload het in 1 record in je repository. Zo kan iedereen zelf het ideale formaat kiezen.
  • Maak gebruik van OpenOffice-formaten als je onafhankelijk wil zijn van commerciële softwareleveranciers. 

 

Met de CC-licentie die je aan je leermateriaal toekent geef je de toekomstige gebruiker toestemming om het materiaal op bepaalde manier te gebruiken.

De Hanze heeft op dit moment (voorjaar '25) nog niet vastgelegd welke CC-licentie voorkeur heeft voor onze open leermaterialen.

Er wordt wel vaak gebruik gemaakt van licentie CC BY-NC-SA 4.0 (Naamsvermelding, Gelijk Delen, Niet commercieel). Deze licentie geeft de gebruiker recht om:

- het materiaal te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat

- te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken

- MAAR de gebruiker mag het werk niet gebruiken voor commerciële doeleinden of setting.

 

 

TIP: Gebruik de Licentiekiezer-tool om de voor jouw open leermateriaal geschikte CC-licentie te vinden.
- Beantwoord een aantal keuzevragen die in de tool worden gesteld.
- Afhankelijk van je keuzes verschijnt er een CC-licentie die de door jou gekozen voorwaarden weergeeft.
- Kopieer de licentie (html of tekst) en integreer het in je leermateriaal (op de titelpagina, in een colofon, etc.), zodat iedere gebruiker weet onder welke voorwaarden jouw materiaal te (her)gebruiken is.

 

Metadata

Metadata zijn gegevens die de karakteristieken van bepaalde gegevens beschrijven. Het zijn dus data over data.
 

Om leermaterialen goed te kunnen vinden online is er Leer Object Metadata standaard (LOM) ontwikkeld.

In de LOM staat beschreven welke metadata er in welk metadaveld moet worden vastgelegd. LOM’s zijn er in verschillende varianten: bijvoorbeeld de Nederlandse NL-LOM en de internationale IEEE-LOM.

Hierdoor voldoen de materialen aan (inter)nationale standaarden voor data-uitwisseling en zijn ze vindbaar voor gebruikers.

 

Metadata beschrijven o.a. volgende karakteristieken van leermateriaal (in willekeurige volgorde):

  • auteur,
  • titel
  • trefwoorden (= bedenk voor jezelf welke woorden de inhoud goed beschrijven, maar ook de toepassing van je leermateriaal)
  • onderwijsniveau,
  • vakgebied
  • bestandsformaat (= is het materiaal een .pdf, .ppt, .doc, .gif, .jpg, etc.),
  • soort materiaal (= is het materiaal een textbook, een handleiding, een casus, een rubric, een quiz, etc.),
  • licentie (copyright)

Deze velden kom je tegen in het formulier tijdens uploaden van je open leermateriaal in de repository.

 

Voordat je het materiaal open deelt neem eerst de checklist door, zodat je zeker weet dat je aan alles hebt gedacht!

 

Waar je leermateriaal gaat delen is afhankelijk van waar de beoogde gebruikers het gaan zoeken.

Er zijn verschillende opties voor opslag:

  • De repository van je eigen onderwijsinstelling; voor Hanze is dat SURFsharekit: voor intern of open publiceren;
  • Het platform Edusources: de plek voor open leermaterialen voor het Nederlandse hoger onderwijs (wo, hbo)
  • Internationale onderwijsrepository’s zoals OER Commons en Merlot.
  • Een repository met alleen open materialen, bijvoorbeeld CC Search
  • Een repository met materialen binnen een bepaald thema, bijvoorbeeld Medisch Onderwijs.nl of de repository van het Landelijk Opleidingen Overleg HBO-Verpleegkunde
  • Op een eigen website, vindbaar via zoekmachines als Google of Yahoo
  • Zoekmachines voor een specifieke content, bijvoorbeeld instructievideo's op YouTube, 3D-beelden op Sketchfab of iconen op the Noun Project.

 

TIP: De HanzeMediatheek biedt ondersteuning bij het publiceren van onderwijsmaterialen en het vinden van bestaande (collecties) open leermaterialen.

Samen ontwikkelen in vakcommunities

 

Een vakcommunity is een groep docenten van verschillende onderwijsinstellingen die werkzaam zijn binnen hetzelfde vakgebied, domein of dezelfde discipline, en die zich op basis van gedeelde inhoudelijke expertise op een bepaalde manier hebben georganiseerd..

 

Een vakcommunity kan eigen conferenties, tijdschriften en nieuwsbrieven hebben. Zij kan een rol spelen in het opbouwen en beheren van een collectie open leermaterialen. 

Deze vakcommunity voert materialen in op SURFsharekit en kan deze materialen tentoonstellen op Edusources en hier collecties aanmaken met hun eigen en andere materialen van Edusources. 

 

De belangrijkste punten van samenwerking in de vakcommunity zijn:

 

1. Opbouwen van een collectie leermaterialen

- verzamelen van bestaande leermaterialen,

- gezamenlijk ontwikkelen van nieuwe materialen, met het oog op de hiaten,

- beheren van de collectie in een repository.

 

2. Opbouwen van een kwaliteitsmodel en keurmerk

- opstellen van criteria waaraan de leermaterialen moeten voldoen (need-to-have, nice-to-have),

- beoordelen van bestaande leermaterialen,

- ontwikkelen van nieuwe leermaterialen die voldoen aan de opgestelde kwaliteitscriteria,

- aanpassen van bestaande leermaterialen aan de kwaliteitscriteria,

- eigen vakkeurmerk ontwikkelen.

 

3. Opbouwen van vakvocabulaire

- een lijst met termen die binnen het vakgebied zijn vastgelegd en die worden gebruikt om samenhangende vaktermen binnen een vakgebied of opleiding te beschrijven,

- een hulpmiddel bij delen en vinden van open leermaterialen.

 

Er zijn formele vakcommunities die veel verschillende verschijningsvormen kunnen hebben. Bijvoorbeeld een instellingsoverstijgend consortium, vakvereniging of landelijk opleidingsoverleg. Je kunt samen met een aantal collega's docenten (uit eigen instelling of juist landelijk) ook een vakcommunity beginnen!

 

Voordelen van samenwerken met je community

  • efficiënt collecties leermaterialen van hoge kwaliteit samenstellen;
  • van elkaar leren door co-creatie;
  • samenwerken aan up-to-date materiaal;
  • verhogen van kwaliteit door samenwerking;
  • tijdwinst door samenwerking.

 

Hoe organiseer je zo’n community en hoe zorg je er voor dat leden zich betrokken voelen en actief gaan bijdragen? Lees er alles over in dit stappenplan.

 

 

  • Een kwaliteitsmodel is een lijst van criteria waaraan leermateriaal moet voldoen om 'geschikt voor gebruik' te zijn.

 

  • Binnen een onderwijsinstelling of een vakcommunity kan gekozen worden om een kwaliteitsmodel op te stellen, zodat het voor jou als docent makkelijker wordt om open leermaterialen te selecteren voor hergebruik of zelf publiceren.

 

  • Een kwaliteitsmodel, bestaande uit 'need-to-have' en 'nice-to-have' criteria, zorgt ervoor dat je meer vertrouwen krijgt in open leermaterialen. Met deze checklist kan je je eigen materiaal beoordelen op kwaliteit en het geeft je houvast bij de beoordeling van de materialen van anderen.

 

De stappen voor het opstellen van een kwaliteitsmodel vind je in dit stappenplan.

 

 

Werk je in een opleidingsvereniging, beroepsvereniging of een vakcommunity en wil je open leermaterialen beschikbaar stellen? Met vakvocabulaire zorg je ervoor dat de digitale leermaterialen goed vindbaar zijn.

 

Een vakvocabulaire is een gedeeld jargon binnen een vakgebied of opleiding, gebaseerd op samenhangende vakvaardigheden of vaktermen. Een vakvocabulaire is per definitie instellingsoverstijgend. Vakvocabulaires zijn platte lijsten of hiërarchische structuren van begrippen.

 

Er zijn twee verschillende typen vakvocabulaires:

  • Op basis van competenties: dit vakvocabulaire heeft een taxonomiestructuur op basis van competenties. De competenties zijn altijd gebaseerd op de beroepspraktijk (een beroepsprofiel) en soms daarnaast op de opleiding (een opleidingsprofiel), bijvoorbeeld de CanMedsrollen van de community hbo-Verpleegkunde
  • Op basis van vakinhoud: dit vakvocabulaire heeft een taxonomiestructuur die bestaat uit een hiërarchie van begrippen uit een bepaald vakgebied, bijvoorbeeld Taxonomie voor informatievaardigheid.

Denk je samen met collega's uit het vak aan het ontwikkelen van een vakvocabulaire voor jullie vakgebied? Dit stappenplan kan het proces ondersteunen.

 

 

Zie hier de voorbeelden van vakcommunities waar docenten en medewerkers van de Hanze aan deel nemen:

 

Community voor inclusief talentgericht onderwijs en innovatie; biedt onderwijsprofessionals van alle onderwijssectoren materialen en ondersteuning in onderzoek en praktijk.

 

Lees hier het interview met de lector Jeugd, Educatie en Samenleving (JES) Henderien Steenbeek, oprichter community Curious Minds.

Het Domein Applied Science (DAS) is het samenwerkingsverband van hbo-opleidingen in de toegepaste natuurwetenschappen

Het project Samen HBO Verpleegkunde is gericht op het delen en hergebruiken van open leermaterialen op het gebied van verpleegkunde.  Voorafgaand aan het project is hier door 5 samenwerkende instituten al een structuur voor opgezet. Die structuur wordt nu uitgebreid naar 15 verpleegkunde-opleidingen in Nederland. De leermaterialen zijn beschikbaar via het platform Wikiwijs.

Bibliotheekmedewerkers van onderwijsinstellingen ondersteunen docenten bij het delen van leermateriaal. De vakcommunity Information Literacy, waarin bibliotheekmedewerkers verenigd zijn, deelt zelf ook de eigen leermaterialen op het in 2021 gelanceerde platform Edusources van SURF. 

Samenwerkingsverband van docenten in het hoger gezondheidszorgonderwijs, dat zich richt op het online en open delen van leermateriaal op het gebied van zinvol meten in de zorgpraktijk.

Welke open leermateriaal ga je maken?

 

Wil je een college opnemen of een concept in een video uitleggen?

In samenwerking met de collega's van AV-afdeling is er een gids ontwikkeld (in het Nedelands, and in English) met een overzicht van alle stappen in het proces van video maken, de beschikbare tools en opnameruimtes en natuurlijk tips.

 

Open video content

Wil je de video ook buiten onze instelling kunnen delen? Houd vooral in de voobereidingsfase rekening met de gebruiksrechten van de materialen die je in de video gaat vertonen (Voorbereiden inhoud, 3. Auteursrechten).

 

 

Een open tekstboek is een online studieboek dat ten allen tijde toegankelijk is, vrij om te downloaden, te delen, te adopteren en aan te passen naar eigen voorkeuren. Het beschikt over een online licentie die aangeeft onder welke voorwaarden anderen het boek mogen gebruiken.

 

 

 

Wil je zelf een open tekstboek ontwikkelen? Neem dit stappenplan voor auteurs eerst door:

 

 

Meer details en aanvullende (organisatorische) stappen zijn te vinden in het Stappenplan Maak je open tekstboek! voor Ondersteuners. In het stappenplan voor ondersteuners worden twee verschillende soorten projectorganisaties behandeld: een enkele auteur/kleine projectgroep en een grote (instelling overstijgende) projectgroep.

 

Remixen, aanpassen

Wil je een bestaand open textbook aanpassen, mixen met andere content en opnieuw uitbrengen?

De volgende handleidingen kunnen van pas komen:

 

  • Geef je het vak statistiek en heb je veel zelfgemaakte leermaterialen om te delen?
  • Ben je geïntereseerd in welke oefeningen worden gebruikt bij andere opleidingen?

Sluit dan aan bij het Grasple platform!

 

Grasple is een platform om samen open oefeningen voor wiskunde en statistiek te maken en te delen.  

  • Docenten kunnen hier materiaal delen, maken, aanpassen en samenstellen.
  • Studenten kunnen op het platform oefenen met de stof. 
  • Het platform biedt niet alleen maar oefeningen, maar ook (deels) de bijbehorende theorie.  

Bij de Hanze is Grasple geïntegreerd in Brightspace. Dit betekent dat studenten rechtstreeks vanuit een course in Brightspace kunnen oefenen met Grasple. 

 

 

Meer weten?

Voor een overzicht van Hanze-opleidingen die werken met Grasple en de ervaringen van studenten, kijk op deze pagina van Library Guide Routekaart Leermaterialen.

  • Wil je ook met Grasple werken of wil je meer informatie?  

  • Ben je docent en wil je lid worden van de Vakcommunity Statistiek op Microsoft Teams om informatie met collega-docenten binnen de Hanzehogeschool te delen? 

 

Neem contact op met functioneel beheer Grasple grasple@org.hanze.nl

[anchornavigation]