Werken met ATLAS.ti

In de basis komt het werken in ATLAS.ti op het volgende neer:

Je voegt documenten toe (bijv. artikelen, transcripten van interviews of videomateriaal).
Deze documenten neem je door en je bepaalt welke passages relevant zijn voor het beantwoorden van je (onderzoeks)vragen.
De passages voorzie je middels codes van een kenmerk, waardoor je ze gemakkelijk terug kunt vinden.
Je kunt naast de documenten die je importeert en de codes die je maakt en toekent, ook bijv. memo's schrijven, allemaal in ATLAS.ti.
De gecodeerde data kun je op diverse manieren analyseren.
Je kunt vervolgens bijv. conclusies trekken en aanbevelingen formuleren en visualisaties en rapporten maken.
Deze onderdelen vinden niet per se in een vaste volgorde plaats en de onderdelen kunnen ook vaker uitgevoerd worden (je kunt bijv. verderop in het proces aanvullende data toevoegen aan je project).

Schematisch is dit de workflow:


Voor informatie over hoe je deze onderdelen van de workflow uitvoert, kun je de instructiematerialen die je vindt bij Quick Tours en Manuals voor Windows en Mac raadplegen.