Opslaan van je projecten

Sommige dingen werken in ATLAS.ti net wat anders dan we gewend zijn vanuit bijv. Word.
Zo werkt het opslaan van je bestanden heel anders.
Hieronder vind je de verschillende stappen.

Opslaan (Save)

Functie: Save

Hiermee sla je het werk op, maar kun je het alleen op hetzelfde device benaderen en alleen via de software.
Het bestand is NIET terug te vinden op bijv. je harde schijf en je kunt er op die wijze dus geen reservekopie van maken of het bestand met iemand delen.

Om het bestand op te slaan, kies je in de blauwe balk met tabs de tab File:



Je krijgt een overzicht van de acties die onder de File-tab vallen.
Hierin kies je voor Save:



Het bestand wordt automatisch opgeslagen onder de naam die je aan het project hebt gegeven en je krijgt een melding dat het is opgeslagen.

Opslaan als (Snapshot)

Functie: Snapshot

Hiermee sla je het werk onder een andere naam (er wordt een naam voorgesteld, maar je kunt deze wijzigen) op. Je schrijft als het ware een kopie van het bestand weg. Het oorspronkelijke bestand blijft geopend en blijft het bestand waar je in werkt, tenzij je zelf switcht tussen de versies. (De snapshotfunctie lijkt op de save-asfunctie in bijv. Word, maar daar wordt het 'opgeslagen als'-bestand juist automatisch geopend zodat je standaard daarin verder werkt.)
Het nieuwe (kopie-)bestand kun je alleen op hetzelfde device benaderen en alleen via de software.
Het bestand is NIET terug te vinden op bijv. je harde schijf en je kunt er op die wijze dus geen reservekopie van maken of het bestand met iemand delen.

 

Om het bestand op te slaan, kies je in de blauwe balk met tabs de tab File:



Je krijgt een overzicht van de acties die onder de File-tab vallen.
Kies hier voor: Snapshot.



Je krijgt nu het volgende scherm met een voorstel voor de bestandsnaam:



Maak het snapshot (indien gewenst wijzig je eerst de bestandsnaam).

Het snapshot wordt weggeschreven en het oorspronkelijke bestand blijft geopend.

Back-up / Delen / Exporteren

Functie: Export

Als je het bestand:
- zelf op een ander device wilt kunnen openen;
- wilt kunnen delen met anderen;
- op een zelfgekozen locatie wilt opslaan

moet je er een Project Bundle van maken.

Dit doe je als volgt:

Save het bestand op de gebruikelijke manier (zie Opslaan (Save))

Sla het op via de Export-functie
Nadat je via Functie - Save de nieuwste versie van het bestand hebt opgeslagen, blijf je de keuzemogelijkheden van de tab Functie zien.
Kies hier voor: Export



In het volgende scherm kies je onderaan voor: Project Bundle.

 

Je kunt nu zelf een naam en locatie kiezen om de Project Bundle op te slaan.
De Project Bundle krijgt automatisch het bestandsformaat .atlasti en deze kun je op andere devices (van jezelf of anderen) in ATLAS.ti importeren en bewerken (zie Bestaand project importeren).

Het maken van een Project Bundle is essentieel om het project op een ander device te kunnen openen. Ook als je alleen aan een project werkt en/of niet standaard hoeft te switchen tussen devices, is het belangrijk om regelmatig een Project Bundle van je werk te maken. Dit is de enige manier om je ervan te verzekeren dat er geen werk verloren gaat bij bijv. een computercrash (een gewone reservekopie van je computer is niet toereikend)! Zorg ervoor dat je de Project Bundle ook buiten het device zelf opslaat op een verantwoorde manier!

Zie de Library Guide Datamanagement, bijv. Opslag en delen van je data
Zie ook Hoe veilig zijn USB-sticks? voor belangrijke aandachtspunten aangaande USB-sticks.

[anchornavigation]